Arendonk – Canada, 1953
In 1953 vertrokken Marcel en Jos, twee 22-jarige kameraden uit Arendonk, naar Canada. Ze reisden ernaartoe via Cherbourg, waar ze inscheepten op een omgebouwd oorlogsschip uit Hamburg dat richting Montreal voer. Daar namen ze de trein naar Ontario. In hun beloofde land Canada trokken de jongens van job naar job, en van huis naar huis. In januari 1954 stuurde Marcel wat foto’s naar het thuisfront en schreef: “Helemaal ingesneeuwd heb ik tijd om mijn huiselijke bezigheden te doen. Ik doen den afwas, misschien een week geleden dat het de laatste keer was. Ge ziet, het huis is vervallen maar met goede wil en wat tijd maakt Leo dat wel in orde.” Enkele maanden later hadden de jongens een nieuwe auto gekocht en berichtte hij daarover: “Onze nieuwe car, ik en de Jos en onze nieuwe huisgenoten, de vrouw Maria en haar kinderen August, Ila en Greta; daar hebben we weer een nieuwe thuis gevonden. Dat gaat tenminste toch beter dan zelf u pot te draaien.” Alweer een nieuwe thuis hadden ze gevonden. Het was een van de vele huizen die ze bewoonden vooraleer Jos en Marcel erin slaagden om in 1955 hun eerste boerderij te kopen, iets wat voor hen in de Kempen heel moeilijk zou zijn geweest. In Canada namen de jongens verschillende jobs aan in de landbouw, in de bieten- en tabaksteelt, en bij de bouw van pijpleidingen. Ze werkten ook aan de spoorwegen, waar ze in de treinwagons sliepen en aten, en voerden allerlei karweien uit die de Canadezen zelf niet wilden doen, zoals de treinsporen opkuisen nadat een losgebroken koe was overreden door een trein. Ze moesten doorzetten en overleven, en het duurde lang vooraleer zij de homestead hadden gevonden waar ze op hadden gehoopt toen ze waren vertrokken uit Arendonk.
Bron: interview met Marian Van Deuren, Frank Van Deuren, Jos Geudens, augustus 2022